Van een simpele Nokia naar een zeurende iPhone (en weer terug?)

Vroeger las ik boeken. Veel boeken. Voor het slapen gaan, in de trein, op school in pauzes. Daarnaast las ik dagelijks de krant. Ik groeide op in de pre-smartphone tijd: mijn eerste telefoon was een Nokia 3510i, die eigenlijk al gedateerd was toen ik hem tweedehands kocht van een pompbediende.

Nokia 3510i (foto: Wikipedia)

Dat moet ergens op de havo zijn geweest. Een Samsung — mijn eerste telefoon met camera — volgde, waarmee je makkelijker foto’s kon maken. Van mijn krantenwijk kocht ik de Sony Ericsson K750i. Hier paste een geript album van The Offspring op en deze had zelfs een camera met meer dan één megapixel. Je moest een beetje investeren om er bij te horen.

Ergens tegen het examenjaar sloot ik mijn eerste abonnement af. De Nokia 5800 Xpressmusic verscheen in 2008. Dit was trouwens de eerste telefoon van Nokia met een touchscreen — T9 zou ik hierna nooit meer gebruiken. Uiteindelijk was daar de Samsung Galaxy Spica. Mijn eerste ‘smartphone’ — een telefoon met Android. WhatsApp deed zijn intrede, een app die ons leven voorgoed zou veranderen.

Tussen die Nokia 3510i van toen en mijn iPhone 7 van nu is er iets gigantisch misgegaan. Tot mijn eerste smartphone gebruikte ik zo’n mobieltje eigenlijk niet veel. Praktische redenen: muziek luisteren op de fiets. Een sms’je als sneller alternatief voor een e-mail (of MSN). Sociale netwerken waren er wel, maar die gebruikten we vooral op de desktop van onze ouders en later op onze laptops.

Samsung Galaxy Spica (foto: Wikipedia)

Ik ben een slechte slaper. Sinds we telefoons hebben die eigenlijk iedere nacht aan de lader moeten, kan ik het niet laten even voor het slapengaan op mijn telefoon te kijken. Al is het alleen maar om doelloos door een feed van Facebook of Instagram te scrollen. Dit kan minuten tot soms wel een uur duren: de nieuwe iOS-functie ‘Schermtijd’ drukt je tegenwoordig met je neus op de feiten. (Dat licht is natuurlijk ook nog eens verschrikkelijk slecht voor je.)

En dit is één ding wat er naar mijn idee veranderd is. Want voorheen nam je de telefoon alleen ter hand omdat je een sms’je had gekregen, nu pak je de telefoon omdat je benieuwd bent of je iets hebt gemist. Even Facebook checken, even Twitter checken, e-mail, Whatsappjes beantwoorden, etc. etc. Apps die zo zijn ingericht om ons verslaafd te houden, elk met een eigen algoritme en berichtgeving. Verloren tijd, want dat ene interessante artikel dat ik via Facebook op de website van Vrij Nederland vind had ik ook wel gelezen zonder eerst een kwartier door mijn Facebookfeed te scrollen.

Natuurlijk is er door apps als Instagram, YouTube en Snapchat ook een hele beeldcultuur ontstaan. Het delen van beelden is in een stroomversnelling gekomen en ieder moment dat het waard is om te delen moet vastgelegd worden. Als frequent museumbezoeker betrap ik mijzelf erop dat ik vaker met mijn telefoon voor een schilderij sta dan zonder, dat ik mijzelf niet de tijd gun een kunstwerk in mij op te laten nemen. En hoe storend zijn eigenlijk al die filmende mensen bij concerten wel niet?

Een moment van rust vond ik nadat ik in een… vreemde geestestoestand… onder andere mijn telefoon (iPhone 5C) kwijtraakte. Omdat ik in de daaropvolgende herstelperiode niet veel prikkels kon verdragen, greep ik terug op een John’s Phone, een designtelefoontje waar je alleen maar mee kan bellen. In geval van nood altijd bellen en gebeld kunnen worden en een batterij die dagenlang meegaat. Maar al snel kon ik de verleiding niet meer weerstaan en kocht ik een nieuwe smartphone. In minder dan een halfjaar later had ik al mijn gedeactiveerde social media-accounts weer hersteld en consumeerde ik weer net zoveel als voorheen.

John’s Phone (foto: Wikipedia)

Toegegeven: ik ben verslavingsgevoelig. Er zijn mensen die wekenlang hun Instagram ongebruikt kunnen laten, die terugappen wanneer ze willen. Bovendien gebruik ik mijn accounts ook om te delen waar ik mee bezig ben en feedback te krijgen. Handige middelen om je projecten te ondersteunen, ware het niet dat diezelfde platformen er juist voor zorgen dat je minder met diezelfde projecten bezig bent. Weer een stuk minder getikt omdat je met die vervloekte telefoon in je hand zat.

Ik wil af van het onzinnige consumeren. Toen Facebook stopte met de chronologische feeds en het algoritme steeds meer en meer de ware aard van het bedrijf door liet schemeren, begon ik meer vraagtekens bij het bedrijf te zetten. Hetzelfde geldt voor Instagram, dat in de vijf jaar dat ik het gebruik de eenduidigheid van eerst voorgoed is verloren (helemaal na de overname door Facebook, uiteraard). Ik besloot vandaag een lijstje te maken met redenen waarom ik bepaalde apps wel of niet meer gebruiken wil. Van veelgebruikt naar minder.

Apple iPhone 7 en iPhone 7 Plus (foto: Wikipedia)

WhatsApp: wil ik verwijderen maar kan (nog) niet. Ongelooflijk hoe het is doorgedrongen tot ons werk en school. Bijvoorbeeld: alle afspraken binnen een werkteam of projectgroep worden via WhatsApp gemaakt. Sta je in de file? WhatsApp. Is de vergaderlocatie veranderd? WhatsApp. Moet je je ziekmelden? WhatsApp. Natuurlijk wringt de overname door Facebook ook — liever zou ik enkel Signal gebruiken en dan ZONDER DIE VELE GROEPEN.

Facebook: zonneklaar. Heeft ook geen verdere introductie nodig. Ik heb mijn account zojuist verwijderd. Ik heb nog een account zonder vrienden om pagina’s te kunnen blijven beheren, maar heb de app van mijn telefoon weggegooid.

Instagram: was prachtig medium, maar geen idee waarom ik het nog gebruik. Ja, een paar mensen die ik nauwelijks zie plaatsen foto’s uit hun leven. Ga ik dat missen? Ik ben er nog niet over uit, maar uiteindelijk gaat ook deze waarschijnlijk weg.

Twitter: dit is een soort van mijn RSS-reader. Ik was er vroeg bij (2009), heb het op een gegeven moment eens verwijderd na wat verbaal geweld. Maar ik kan het niet missen, want hier haal ik mijn nieuws voor een groot deel vandaan. Jammer dat de omgeving tot een dorre vlakte vol scheldkanonnades is verworden.

Snapchat: onbegrijpelijk dat ik deze app zolang heb gebruikt. Gezien de gebruikers ben ik er te oud voor, ik krijg er teveel meldingen van en snap niet eens hoe die app werkt. Weg ermee.

Tinder: gebruikte ik al een tijdje niet meer, maar dan om de reden dat ik een vriendin heb. Afgezien van wat, eehm, avonturen en een enkele nieuwe vriendschap heb ik er nooit veel aan gehad: iemand tegenkomen in het echt is toch eigenlijk veel leuker. Als ik het nog zou gebruiken, dan had ik het verwijderd. Hetzelfde geldt voor Happn.

Spotify: redelijk onmisbaar. Ik houd van deze app, een waardevolle aanvulling op mijn bestaande muziekcollectie. De streamingdiensten zouden wat meer mogen uitkeren aan de artiesten naar mijn mening, ik compenseer het zelf door zo nu en dan een album te kopen of een concert te bezoeken. Deze blijft.

Digitale kranten: Trouw, Volkskrant, De Groene digitaal. Al vind ik een papieren krant het lekkerst lezen, toch handig om in de trein even door het nieuws te gaan. Kan en wil niet zonder dit klassieke medium. Blendle daarentegen gebruik ik amper.

Tumblr: vond ik een prima medium. Helaas doodgebloed, althans in Nederland. Door die nieuwe NSFW-regel krijgt ook dit redelijk alternatieve platform te maken met die onnavolgbare Amerikaanse preutsheid. Toch plaats ik er nog wel eens een gedichtje op, het is een soort kladblokje voor mij. Deze blijft.

LinkedIn: tjah. Ik kan me niet voorstellen dat iemand die geen headhunter is langer dan vijf minuten per dag gebruikmaakt van deze app. Handig om in contact te blijven met oude collega’s en om vacatures in de gaten te blijven houden. Blijft.

Goodreads: jammer van de vergaande opdringerigheid van Amazon, handig om te zien of ik nog wel voldoende lees. Blijft.

Signal: mooi vormgegeven en redelijk veilige berichtservice. Jammer dat we deze niet allemaal gebruiken en dan wat spaarzamer omgaan met het sturen van berichtjes.

Ik maak de balans op. De enige apps die ik nog gebruik kan ik ook op een laptop gebruiken. Wat wringt? WhatsApp.

Zou WhatsApp de ware reden van mijn smartphoneverslaving zijn? De blauwe vinkjes staan bij mij al uit sinds ze zijn geïntroduceerd, al mijn groepen staan op stil en ik heb eigenlijk nooit het gevoel iets werkelijk interessants te lezen in zulke groepen. Tuurlijk: handig om contact te houden met je partner, vrienden en vriendinnen, familie, maar is het wel nodig om op zo’n manier ieder moment van de dag beschikbaar te zijn?

Sculptuur op Amsterdam Light Festival 2019, voor de Hermitage aan de Amstel.

Ik lees bovenstaande tekst terug. Ik bedenk me dat ik nog veel meer telefoons in bezit heb gehad dan hierboven vermeld: minstens één per twee jaar. Sinds drie jaar besluit ik enkel nog refurbished apparatuur aan te schaffen, maar dan nog blijft mijn ecologische voetafdruk verschrikkelijk groot. Wat mij verder nog stoort aan de huidige generatie smartphones is het saaie design, de korte levensduur en de geslotenheid van de software.

Ergens verlang ik terug naar die eerste Nokia. Dat die gewoon nog in de zak van de spijkerbroek zit, die naast mijn bed op de grond ligt. Dat ik die telefoon niet heb hoeven aanraken toen ik daarvoor een biertje in de kroeg deed. Dat ik veel te laat in slaap val omdat een boek zo spannend is, dat ik ‘s ochtends weer als eerste de voorpagina van een krant zie, in plaats van 26 nachtelijke appjes.

Van Facebook heb ik afscheid genomen. Nu nog van mijn iPhone.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *