Op zoek naar Neutraal Moresnet

Ik was vorig weekend vlak over de grens bij Klein-Kuttingen. Niet zozeer vanwege die plaatsnaam, maar omdat twee vrienden daar een huisje hadden gehuurd, waar deze ontheemde een paar dagen mocht komen te logeren. Meer precies in Beusdael, in Wallonië, aan de voet van het Kasteel van Beusdael, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de twaalfde eeuw. Lekker. We aten vis en dronken wijn en wandelden door het mooie grensgebied. Ik blijf in mijn hart een kustbewoner, ben altijd op zoek naar zee en de verre horizon, maar ook in een heuvellandschap kan ik mij bijzonder goed voelen.

Abdijbier, Hugo Claus en het hier behandelde boek Moresnet.

Mijn leven hangt van toevalligheden aan elkaar. Ook nu: vlak voor deze onaangekondigde, impulsieve vakantie was ik namelijk net in het boek Moresnet van Philip Dröge begonnen. Een hele fijne, leesbare geschiedenis van het ministaatje, landje, of beter gezegd ‘geval’, dat iets meer dan honderd jaar bestaan heeft en vlakbij Beusdael lag. Neutraal Moresnet was een driehoekig gebied waarvan de noordelijke punt het drielandenpunt (dat later nog een tijdje een vierlandenpunt werd) bij Vaals raakte.

Dröge beschrijft in dit boek hoe Moresnet ontstond als slordigheid tijdens het Congres van Wenen, na 1815 dus. Na de val van Napoleon vond een nieuwe staatkundige en politieke ordening plaats. Zo kwam in de Nederlanden Koning Willem I aan de macht, de zoon van stadhouder Willem V, die tevens groothertog van Luxemburg werd. Het blok moest ten noorden van Frankrijk een stevige buffer gaan vormen. De grenzen werden met potlood getrokken en in alle haast ontstond een stukje betwist gebied: het was niet duidelijk of de zinkmijn en omgeving in Moresnet nou bij de Nederlanden of Pruisen zou moeten gaan horen. Twee artikelen in het Weense verdrag spraken elkaar tegen. Het onverdeelde gebied Moresnet was geboren.

Ik weet niet goed wanneer ik voor het eerst van Neutraal Moresnet heb gehoord. Het zal ergens in mijn kindertijd geweest zijn: ik was verzot op zulke marges in de geschiedenis. Ministaatjes, verre eilanden… En op tv was Boudewijn Büch, die andere fantast, die zijn fascinaties de huiskamer inslingerde. (Man man man, wat mis ik zulke televisie.)

Ik heb Moresnet van Philip Dröge bij aankomst in Beusdael dus maar snel uitgelezen en leerde hoe Neutraal Moresnet een gebied werd dat meer dan honderd jaar min of meer autonoom bestond. Met een eigen burgemeester, een eigen veldwachter, een eigen school, een eigen industrie en vooral veel casino’s en sekswerkers.

Na de afscheiding van België in 1830 werd het drielandenpunt een vierlandenpunt: hier ontmoetten de grenzen van Pruisen, Nederland, België en Moresnet elkaar. Het staatje, wat in feite geen staat was maar neutraal gebied, geregeerd door een ‘mannetje’ uit België en een ‘mannetje’ uit Pruisen, bleef bestaan tot 1920. Niemand durfde echt zijn vingers aan Moresnet te branden. Intussen ontwikkelde Moresnet zich tot een bijna echt landje: er werden Moresnetters werden geboren (in feite statelozen). Na wat getouwtrek stabiliseerde de situatie rondom het neutrale gebied. Een generatie Moresnetters groeide erop: voor hen was dit staatkundige foutje een werkelijkheid.

Andere leuke thema’s rondom Moresnet, die in het boek uitgebreid aan bod komen: dankzij het ontbreken van een douaneapparaat kon driftig worden gesmokkeld via Moresnet, omdat het geen staat was had het aanvankelijk ook geen belastingplicht, er werden (clandestien) postzegels uitgegeven en als je wilde ontsnappen aan de dienstplicht ging je naar Moresnet. Vergeet ik iets? Ohja, het ministaatje werd ook bekend vanwege een culturele beweging, namelijk de beweging rondom de kunsttaal Esperanto.

Het huidige drielandenpunt bij Vaals. Het lijkt net alsof ik er tegenaan heb geplast, maar dat is niet zo.

Esperanto kende ik dankzij onze schoolbibliotheek. Daar had je van die kleine boekjes over een bepaald onderwerp. Ik vond zo’n kunsttaal mateloos interessant. Toen we internet in huis kregen kwam ik op een site terecht waar je het kon leren. Het duurde niet lang voor ik mijzelf kon voorstellen en friet kon bestellen in het Esperanto. Maar er was niemand die het sprak.

De internationale taal werd in 1887 bedacht door een Poolse oogarts. In de tijd van opkomend nationalisme zou zo’n kunsttaal ervoor zorgen dat mensen beter met elkaar gingen communiceren. Met de gedachte dat conflicten vermeden konden worden door een gemeenschappelijke taal. Want wie elkaar verstaat, slaat elkaar niet de hersens in.

Een taal heeft sprekers nodig. En nog mooier: een thuisland, dat als basis kon dienen. De ogen vielen op Neutraal Moresnet, waar Duits, Nederlands, Frans, Engels en streektalen gesproken werden. Hoe mooi zou het zijn om het Centrale Bureau van de Esperantogemeenschap daarheen te verhuizen en de Esperantocongressen daar plaats te laten vinden? Door de toenemende spanningen in Pruisen, in de aanloop naar de Grote Oorlog, ontstond de vrees voor een diplomatiek conflict en raakten de plannen van de baan. Moresnet zou nooit een Esperantoparadijs worden, maar de kunsttaal werd wel voor eeuwig verbonden aan het neutrale gebied.

Die Eerste Wereldoorlog betekende ook het einde van Moresnet. Het nieuwe Duitsland wilde al langer het ‘probleem Moresnet’ oplossen. Bij de Belgische inval werd Moresnet ingelijfd door Duitsland. Na de oorlog ging het bij België horen. En zo kwam er een einde aan het bijzondere landje.

Het kostelijke museum ‘Vieille Montagne’.

Veel meer nog over Moresnet lees je dus in dat boek van Philip Dröge. Of je gaat naar het museum ‘Vieille Montagne’, een heel aardig museum (met vriendelijke medewerkers) over de geschiedenis van het gebied. Er is een audiotour beschikbaar in het Nederlands, de meeste A- en B-teksten in het museum zijn in het Frans en Duits en sommige teksten in het Nederlands.

Als je, na het bezoek aan dit fijne museum, al een beetje hebt rondgedwaald door het gebied, moet je natuurlijk een bezoekje brengen aan het drielandenpunt in Vaals. Met de geschiedenis van Neutraal Moresnet in het achterhoofd wordt zo’n toeristische attractie natuurlijk heel wat interessanter. Ga maar niet googelen naar de geschiedenissen van het gehannes met al die grenspalen die daar staan, want voor je het weet ben je een avond kwijt.

De grensmarkering is godzijdank verlegd.

Büch zit zich in bovengenoemde tv-aflevering op te winden over waar de grens tussen Nederland en België nou precies loopt. Ik heb het even nagekeken: in de tussentijd is de grensmarkering een stukje verlegd. Verstandig, voor je het weet heb je weer een nieuw Neutraal Moresnet.

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *