Ode aan Biesheuvel

“Vader, ik voel me schuldig omdat ik geen plezier heb”, riep J.M.A. Biesheuvel wenend uit tijdens “Hier is… Adriaan van Dis” in 2013. Hij las “Brief aan Vader” tijdens het gelegenheidsprogramma waarin Adriaan van Dis de zendtijd van Matthijs van Nieuwkerk overnam. Het is hét tv-monument van 2013 geworden.

Het is pas sinds de laatste jaren dat Biesheuvel weer het grote publiek bereikte. In 2007 werd hij met de P.C. Hooft-prijs onderscheiden voor zijn gehele oeuvre, in 2008 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in datzelfde jaar verscheen zijn Verzameld Werk.

Een kleine maand geleden werd voor het eerst de J.M.A. Biesheuvelprijs uitgereikt, volledig gefinancierd door middel van crowdfunding, aan de schrijver van het beste korte verhaal, het genre waar Biesheuvel meester in is.

Waar de herlevende populariteit van Biesheuvel vandaan komt? Het is moeilijk te zeggen. Misschien is het de onschuld die in de verhalen naar boven komt, of de hallucinante, korte verhalen, waarin fantasie, koortsdroom en ‘werkelijkheid’ door elkaar lopen.

Biesheuvel groeide op in een gereformeerd milieu en dat komt sterk naar voren in zijn werk. Het geloof, en het bij protestantisme horende schuldgevoel loopt als een rode draad door zijn oeuvre. Natuurlijk komen ook zijn manische depressies om de hoek kijken in zijn verhalen. Deze depressies als eigenschap aan de overigens sterk autobiografische hoofdpersonages meegeven (bijvoorbeeld David Windvaantje, bibliothecaris in het Vredespaleis, uit “Een dag uit het leven van David Windvaantje”) was iets wat Biesheuvel als geen ander kon. Open, onschuldig en bovenal waanzinnig.

Het verhaal “Brommer op Zee” (uit zijn debuut “In de Bovenkooi”) tekent Biesheuvel misschien het meest. Hierin vertelt hij hoe Isaäc (=Biesheuvel) op het achterdek van een schip staat en in de verte een brommer naar zich toe ziet rijden, over het -jawel- water. Ondanks deze, voor ons, zeer onwaarschijnlijke gebeurtenis, vertelt Biesheuvel alsof dit de normaalste zaak van de wereld is. Zijn manie kon hij geweldig overbrengen op papier.

“Hoe is het mogelijk dat u op het water rijden kan?” vroeg Isaäc verbaasd. “Dat is een kwestie van oefenen,” zei de man, “ik ben begonnen met een speld op het water te leggen. Als je dat heel voorzichtig doet, blijft hij drijven. Op de lange duur nam ik steeds zwaardere voorwerpen. Het was mij natuurlijk om mijn brommer te doen en tenslotte reed ik mijn eerste schamele rondjes op de stadsvijver. Nu rijd ik over de hele wereld. Ik kom nergens aan land, maar omdat ik af en toe eten moet, rijd ik vaak naar een schip. Ik ga het liefst in het holst van de nacht. Dan ligt iedereen te slapen. De eerste keren ging ik bij vol daglicht naar de schepen toe, maar toen zijn er mensen hodeldebodel geraakt.”

(…)

Het huilen stond Isaäc nader dan het lachen; hij hoorde niet op de wal, hij hoorde niet bij de bemanning, hij hoorde zelfs niet bij de man van de brommer. Hij keek naar het bruisende, gevaarlijke schroefwater en naar de vogels, die achter het schip aan vlogen. Hij had het gevoel dat hij een eenzaam man was en lang-zamerhand kwam hij tot de ontdekking dat het wel altijd zo zou blijven. Hij stak een sigaret op en begon een psalm te neuriën, maar hij kon zijn eigen stem haast niet verstaan.

(uit: Brommer op Zee, “In de Bovenkooi”, 1972.)

J.M.A. Biesheuvel heeft door zijn uitputtende ziekte al jaren niet meer gepubliceerd, maar dit voorjaar verscheen een door hemzelf samengestelde bundel, “Brief aan vader”, aangevuld met tot dan toe ongepubliceerde verhalen.

Brief aan Vader. Een keuze uit eigen werk

ISBN 9789028260863
€ 19,95 bij uitgeverij Van Oorschot.


Biesheuvel leest “Brief aan Vader” bij Adriaan van Dis.


Een verfilming van “Brommer op Zee”, geregisseerd door Diede van Vree.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *