Kristallnaach

Eén van mijn favoriete Duitse bands is BAP, een Keulse band, met teksten in het plaatselijke dialect. Enigszins verstaanbaar voor een plat-sprekende Nederlander.

Zanger Wolfgang Niedecken is ook wel de Duitse Bob Dylan genoemd (hij schreef ook een boek over Dylan). Zijn teksten zijn poëtisch, de muziek is goed door de rauwe klanken in combinatie met zijn teksten. Mijn favorieten zijn Verdamp lang her en Jraaduss. (Oh en fun fact: Niedecken is bevriend met Springsteen en BAP zie je in de clip van Hungry Heart, die in Berlijn werd opgenomen.)

BAP beim Werner Rennen 2018. Foto: Frank Schwichtenberg, Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International.

BAP genoot in Nederland vooral bekendheid door hun hit ‘Kristallnaach’. Een poëtische song over de verschrikkelijke gebeurtenissen van 9 op 10 november 1938 in Duitsland, maar tegelijkertijd altijd urgent, vanwege de koppeling met de actualiteit van destijds en van nu.

Ik heb eens geprobeerd een vertaling te maken van het Keuls naar het Nederlands, en dat ging aardig, omdat het Keuls veel kenmerken heeft van Zuid- of Oost-Nederlandse dialecten. Lees maar mee, misschien heb je suggesties voor verbeteringen?

Kristallnacht (Nederlandse vertaling van Kristallnaach)

Het komt voor dat ik gerinkel hoor,
dat het glas zich door mijn hart boort.
Een geluid, niet eens hard, dat weerklinkt door de nacht,
zelden heb je het in één keer door.
Je ontwaakt als zich buiten herhaalt:
een beeld, iets tussen Breugel en Bosch.
Geen mens die om een noodsignaal maalt,
omdat ’t sein ‘veilig’ maar half zoveel kost.
Het riekt naar Kristallnacht.

En een stilte voor de storm, wat is dat?
Een man vlucht haastig weg uit de stad.
De notabelen, incognito, ze komen voorbij,
officieel zijn ze er niet heel graag bij.
Wanneer de volksgeest, altijd bereid,
naar een kookpunt raast en dan schreit:
‘Heil Halali!’ en grenzeloos geil,
om vergelding, vol afgunst en nijd
in de Kristallnacht.

Die zich storen aan diversiteit,
Die met de stroom gaan als altijd,
zij die walgen van reizigers, homo’s, weet ik veel wat,
ze hebben een held nodig die leidt.
En dan komt er geen cavalerie,
geen ene Zorro die geeft er nog om,
hij pist hoogstens een ‘Z’ in de sneeuw
en valt lallend van dronkenschap om:
‘Nou, en? Kristallnacht!’.

In de kerk met de Franz-Kafkaklok –
zonder wijzers – de tijd blijft een gok;
leidt de blinde de kreupele. Een gesloten deur
en dan eindigt de nacht in mineur.
De wachter met sleutelbos waant
zichzelf een meervoudig genie.
Achter gangen gesloten, ja alles op slot,
verkoopt hij hen claustrofobie
in de Kristallnacht.

Vanaf de markt komt intussen bericht:
daar tonen wolven hun ware gezicht.
Ze slijpen hun messen voor hen, al verraden,
en trainen voor het Laatste Gericht.
En de schepen liggen klaar voor de vaart,
in de haven wordt op slaven gewacht.
Geen vreemde, geen Jood, nog wordt hier gespaard
op de scherven van ’t glas in de nacht
in deze Kristallnacht.

Daar waar Darwin steeds aan wordt gehaald,
daar waar mensen uit huizen gehaald,
waar de macht uit op geld is,
waar de sterkste de held is,
waar ‘normaal doen’ bij wet wordt bepaald,
daar waar een strijdlied doorklinkt in de straat,
daar waar mensen, gedreven door haat,
‘Hosanna’ en ‘Kruisigt Hem’ schreeuwen, verhit,
als er voor hen maar een heilstaat in zit…
daar blijft het Kristallnacht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *